Op 24 juli jl. heeft de Raad van State het hoger beroep van de vereniging Belangengroep Nauerna tegen de uitspraken van de rechtbank Alkmaar ongegrond verklaard. Afvalzorg is blij met deze positieve uitspraak omdat we nu door kunnen gaan met de invulling van de gemaakte afspraken uit de overeenkomst over de toekomst van de Nauernasche Polder.
De Belangengroep was naar de rechter gestapt, nadat het handhavingsverzoek uit 2011 betreffende de onderafdichting en bovenafdichting van stortlocatie Nauerna en de opslag van C3-afval was afgewezen en het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond was verklaard. Het hoger beroep tegen deze uitspraak is nu ook door de Raad van State ongegrond verklaard.
Onderafdichting in orde
De Belangengroep was van mening dat de onderafdichting van stortlocatie Nauerna niet aan de in de vergunning gestelde voorschriften voldoet. De Raad van State wees het bezwaar af omdat de onderafdichting voldoet aan de voorschriften en stelde dat er geen sprake is van gevaar voor verspreiding van verontreinigingen zoals aangegeven door de Belangengroep. Dit wordt tevens bevestigd in een rapport van onderzoeksbureau Tauw uit 2012.
Bovenafdichting nog niet mogelijk
Een ander bezwaar dat werd afgewezen ging over de bovenafdichting van stortlocatie Nauerna. De Belangengroep vond dat delen van het stortlichaam van Nauerna al hadden kunnen worden voorzien van een bovenafdichting, omdat deze volgens de groep al geheel of gedeeltelijk waren volgestort. Tijdens de zitting kon worden aangetoond dat de definitieve eindhoogte van de stortcompartimenten nog niet was bereikt, waardoor een bovenafdichting nog niet mogelijk was.
Opslag C3-afval
C3-afval was volgens de Belangengroep niet volgens de voorschriften opgeslagen. Deze voorschriften komen echter voort uit het bestemmingsplan. Aangezien aan de grondslag van dit hoger beroep het eerder genoemde handhavingsverzoek ligt dat geen betrekking heeft op het bestemmingsplan, ging de Raad van State voorbij aan dit betoog.
Lees hier de uitspraak van de Raad van State.