Diverse organisaties deden de afgelopen weken kritische uitspraken over de voorgestelde herinvoering van de hoge stortbelasting. Met een eenduidig oordeel. Het opnieuw invoeren van de stortbelasting werkt averechts, heeft geen vergroenende werking en draagt niet bij aan een circulaire economie. Inmiddels heeft staatssecretaris Weekers gereageerd op de zorgen uit de branche en de Tweede kamer. Voorgesteld is om de stortbelasting te verlagen, maar daarentegen al in te voeren op 1 april 2014 .
Belastingtarief lager, invoering eerder
Staatssecretaris Weekers heeft aan de Tweede Kamer voorgesteld om de stortbelasting al op 1 april 2014 in te laten gaan. Hierdoor kan de belasting worden verlaagd van 51 naar 17 Euro per ton. En de in het herfstakkoord afgesproken opbrengst van 25 miljoen is gegarandeerd. Weekers hoopt hiermee eventuele negatieve effecten van de maatregel te beperken. Het belastingtarief van 17 Euro per ton is gelijk aan het tarief dat gold vóór de afschaffing in 2012, voor afval waarvoor storten de enige optie was. Voor de jaren na 2014 wil Weekers nog kritisch kijken naar de uitwerking van de stortbelasting in overleg met de afval- en recyclebranche. De Vereniging Afvalbedrijven (VA) hoopt de komende maanden in overleg met de overheid en andere brancheorganisaties te komen tot maatregelen die daadwerkelijk leiden tot vergroening. Maatregelen die realistisch en uitvoerbaar zijn en de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven in de Europese markt niet schaden. Een belasting op het storten van niet-recyclebaar en niet-brandbaar afval hoort daar wat de VA betreft uitdrukkelijk niet bij.
Kritische reacties
Weekers reageert met deze aanpassing op vragen van onder andere de Vereniging Afvalbedrijven, diverse politieke partijen, afdeling advies van de Raad van State en de ondernemersvereniging (VNO-NCW). Deze partijen hebben zich kritisch uitgelaten over de voorgenomen hoge stortbelasting van 51 Euro per ton.Deze maatregel zou niet zorgen voor vergroening, zoals het kabinet voorstaat. Integendeel zelfs. Ambities als de circulaire economie zouden met de maatregel verder uit zicht raken. Wanneer het storten duurder wordt, stijgen ook de kosten van recycling. Ontdoeners van stortafval zouden mogelijk alternatieve, en goedkopere wegen zoeken. Asbest- en bodemsaneringsprojecten zouden worden bedreigd. De afdeling advisering van de Raad van State was van mening dat de herinvoering van de hoge belasting op het storten niet getuigt van een bestendig fiscaal beleid.