Afvalzorg draagt zorg voor opslag en recycling van diverse afvalstromen en het uiteindelijk storten van reststromen die niet anders verwerkt kunnen worden. Bij calamiteiten biedt ons bedrijf een vangnet om afvalstromen veilig te verwerken. Hiervoor hebben we zeven operationele locaties in Nederland. Op twee van deze locaties (Wieringermeer/Middenmeer en Zeeasterweg/Lelystad) wordt afval permanent gestort. Onze activiteiten vullen we op een duurzame manier in en we willen een belangrijke schakel zijn in de circulaire economie. Na sluiting van de stortlocaties investeert Afvalzorg in haar nalatenschap door locaties te herontwikkelen tot mooie en veilige landschappen voor natuur, recreatie of duurzame energie. Onze specialistische kennis delen wij met andere partijen, we gaan samenwerkingen aan en hechten veel waarde aan een transparante communicatie. Aandeelhouders van Afvalzorg zijn provincie Noord-Holland (90%) provincie Flevoland (10%)
Nee, de meeste stortbedrijven zijn in handen van private partijen. Afvalzorg heeft in tegenstelling tot deze bedrijven winstmaximalisatie niet als belangrijkste doel.
De Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) heeft, in het kader van de drooglegging van de polder, de locatie aan de Zeeasterweg aangewezen als stortplaats en is gestart met het storten van afval. Eind jaren ’90 heeft Afvalzorg de locatie overgenomen van de RIJP en is toen gestart met het ontgraven, het maken van stortvakken en in fases aanbrengen van een onderafdichting. De oude stortheuvels zijn gefaseerd gesaneerd en vervolgens heropend. Zeeasterweg meet 63 hectare. Naast het storten van afval wordt er op de locatie afval tijdelijk opgeslagen en gerecycled. De locatie heeft een eigen installatie die het afvalwater zuivert. Er zijn twee huurders op het terrein; Orgaworld (compostering) en HVC (afvalbrengstation).
Stortafval bestaat voor een deel uit zogenaamde historische stromen. Dit zijn stoffen of materialen die we in het verleden veel hebben gebruikt, maar waarvan we nu weten dat ze schadelijk zijn. Sommige hiervan kunnen niet op een betere manier (verbranden of recyclen) worden verwerkt en moeten dus permanent en veilig worden opgeborgen. Een voorbeeld hiervan is asbest. Daarnaast zijn er zogenaamde procesresiduen. Dit zijn nieuwe stromen uit specifieke (industriële) processen of residuen uit recycling processen waarvoor storten de enige optie is.
Storten is een maatschappelijke functie en een onmisbare voorziening om niet recyclebare reststromen veilig te verwerken. De overheid moet de beschikbaarheid, continuïteit en kwaliteit van deze locaties garanderen. Ook in de toekomst zal storten nodig zijn en moet er voldoende capaciteit beschikbaar zijn binnen Nederland. Afvalzorg heeft de maatschappelijke verantwoordelijkheid om een oplossing te bieden voor afval dat niet op een andere manier (hergebruik, recyclen of verbranden) kan worden verwerkt. Volgens het Nederlandse beleid is het niet toegestaan nieuwe stortlocaties te openen. Daarom moet het restafval worden gestort op een van de 18 over Nederland verspreide locaties die voldoen aan alle (milieu)regels.
Zeeasterweg is op dit moment de belangrijkste stortlocatie in de randstad, maar is met de huidige capaciteit binnen twee tot drie jaar vol. Zeeasterweg is één van de laatste stortlocaties in de Randstad (waar het meeste afval geproduceerd wordt) die opgehoogd kan worden. Het is wenselijk om afval regionaal te verwerken, zodat er geen onnodige transportbewegingen nodig zijn. Daarom wil Afvalzorg locatie Zeeasterweg eenmalig ophogen zodat (afhankelijk van het afvalaanbod) nog zo’n 15 tot 20 jaar restafval gestort kan worden op Zeeasterweg.
Afvalzorg heeft voor de locatie Zeeasterweg op dit moment een vergunning voor 4,3 miljoen m3 stortafval tot 15 meter hoogte. Ongeveer driekwart van deze vergunde capaciteit is inmiddels gestort. Dat betekent dat de locatie op dit moment nog een restcapaciteit heeft van zo’n 1 miljoen m3. Dit is voldoende voor de komende twee tot drie jaar. Afvalzorg wil de locatie eenmalig uitbreiden van de nu vergunde 15 meter naar op sommige heuvels circa 35 meter. In dit geval wordt er een extra stortcapaciteit gerealiseerd van zo’n 5 miljoen m3. Deze uitbreiding gaat de hoogte in. De oppervlakte van de locatie, zo’n 63 hectare, blijft zoals hij nu is.
In de afgelopen decennia is de hoeveelheid stortafval sterk gedaald. Dit heeft voornamelijk te maken met de opkomst van afvalverbranding en recycling. Er werd gedacht dat de hoeveelheid stortafval uiteindelijk naar nul zou gaan, maar dit blijkt niet zo te zijn. Ook in de toekomst zullen er, juist binnen een circulaire economie, residuen en afvalstoffen blijven die niet op een hoogwaardigere manier (hergebruikt, gerecycled of verbrand) kunnen worden verwerkt. Dit blijkt ook uit het onderzoek dat Royal HaskoningDHV in 2022 in opdracht van het ministerie heeft uitgevoerd. Deze stromen moeten dus binnen Nederland permanent en veilig gestort moeten worden. Uit aanvullend onderzoek van Tauw blijkt dat er over zes jaar in Flevoland en Zeeland geen stortcapaciteit meer is (zwart op kaartje) en dat de capaciteit in de Randstad en Friesland zeer schaars wordt. In dit scenario raken we regionale spreiding van de locaties kwijt en moet er gesleept worden met afval, hetgeen onwenselijk is. Daarom is het belangrijk dat Nederland een netwerk met voldoende capaciteit houdt.
Toekomstige stortcapaciteit moet volgens de huidige regelgeving gevonden worden op de bestaande stortplaatsen. Er zijn nog 18 operationele stortplaatsen in Nederland. Maar niet alle locaties zijn geschikt om uit te breiden. Bovendien is een aantal locaties gesloten voor derden en willen we transport van afval zo veel mogelijk beperken. Zeeasterweg ligt centraal in Nederland, dichtbij afval uit Flevoland en de Randstad. Bovendien zijn de compartimenten en voorzieningen van Zeeasterweg zijn technisch geschikt om veilig uit te breiden in hoogte.
Met het bestaande netwerk in Nederland zijn we gezamenlijk verantwoordelijk voor de verwerking van de afvalstromen die wij als maatschappij produceren. Iedere regio draagt zijn steentje bij in de afvalketen. Zo wordt bijvoorbeeld het huishoudelijk afval uit Flevoland verbrand in Alkmaar en zorgt Lelystad voor het veilig storten van afval uit de randstad.
De afgelopen decennia is het afval uit de Randstad voornamelijk gestort op locaties in Noord-Holland en Zuid-Holland. Een aantal grote stortlocaties in deze provincies is inmiddels vol. Zeeasterweg is op dit moment qua oppervlakte één van de grotere Nederlandse stortlocaties. Er mogen volgens de wet geen nieuwe stortlocaties geopend worden. Capaciteit moet dus gevonden worden op een van de 18 operationele locaties in Nederland.
Er geldt nu een moratorium op stortcapaciteit. Dat betekent dat er in Nederland geen nieuwe stortplaatsen geopend mogen worden en dat uitbreiding op een stortlocatie alleen mogelijk is op de 18 bestaande stortplaatsen. Het ministerie I&W is gestart met onderzoek naar welke bestaande locaties (technisch) kunnen en willen uitbreiden.
Huishoudelijk afval mag in Nederland niet gestort worden en komt dus niet op Zeeasterweg. Het is ook niet toegestaan om brandbaar bedrijfsafval te storten. Dat valt onder het stortverbod. Alles wat herbruikbaar is, komt niet naar Zeeasterweg. De overheid maakt hiervoor alleen een uitzondering bij een calamiteit in de afvalenergiecentrales. Het is wettelijk verboden om buitenlands afval te storten. Er geldt een stortverbod voor stromen die gerecycled of verbrand kunnen worden. Wél is het toegestaan afval uit het buitenland te verbranden in afvalenergiecentrales. Bij dat verbranden komt een reststroom vrij, bodemas. Deze bodemas wordt opgewerkt tot een herbruikbaar product. Een kleine reststroom hiervan kan niet hergebruikt worden en moet worden gestort. Dus een hele kleine restfractie van gerecycled buitenlands afval kan op een Nederlandse stortplaats komen.
Zeeasterweg beschikt over alle (milieu)vergunningen en voorzieningen om afval veilig te verwerken voor mens en milieu. Uitbreiding is op Zeeasterweg milieutechnisch mogelijk en veilig. De benodigde milieubeschermende voorzieningen zoals de onderafdichting en de waterzuivering, zijn reeds aanwezig. Bij het ontwerp en aanleg van de onderafdichting van de Zeeasterweg, is al rekening gehouden met een storthoogte van 35 meter. De veiligheid voor de omgeving, onze medewerkers én het milieu staat bij ons altijd voorop. “We werken veilig of we werken niet”, is ons motto.
Bij overname door Afvalzorg is de stortplaats gesaneerd, behalve de strook langs de Larserringweg (stortheuvel 4). Via deze doorsnede is te zien hoe de stortplaats is opgebouwd. De bodem onder de stortplaats bestaat uit klei/veen. Door het gewicht van het afvalpakket, wordt de dikke klei/veen laag in elkaar gedrukt, waardoor hij nog ondoorlaatbaarder wordt. Op deze laag is een laag ophoogzand aangebracht, met daarbovenop een ondoorlaatbare folie. Er wordt folie gebruikt die in staat is om heel veel rek op te vangen, zodat het zich kan vormen met de klei/veen laag. De klei/veenlaag is niet overal even dik, maar heeft wel een minimale dikte van één meter, plaatselijk circa drie. Dat verloop is heel geleidelijk en de folie rekt, dus het risico op kapot gaan van de folie is er niet. In de laag met ophoogzand blijft het water achter. De kans dat (zelfs bij lekkage) dit water in de diepere bodem terecht komt, is heel erg klein door de onderafdichting én de natuurlijke ondoorlaatbare klei/veenlaag die ontstaat door het gewicht van het afval. De kans op kwel is dus ook heel klein. Als extra controle zijn diverse peilbuizen aangebracht, waarmee watermonsters genomen kunnen worden. Zo kan er geanalyseerd worden of het grondwater beïnvloed wordt door de stortplaats. Deze bemonstering wordt jaarlijks uitgevoerd door een extern bureau, want deze processen gaan heel langzaam. Hoe egaal is die klei/veen laag en is er geen risico dat de folie stuk gaat als er gaten zijn.
Het is ondiep en stilstaand water. De bacteriën in het stilstaande water kunnen voor een soort rottingsgeur zorgen. Dit heeft niets met de stortplaats te maken. Er mag alleen gezuiverd afvalwater worden geloosd op deze sloot.
De eisen in de vergunning van Zeeasterweg worden weergegeven in deze tabel. Om een beeld te geven van de hoeveelheid stikstof; dit is te vergelijken met de uitstoot van 27 koeien.
Nee. Al het regenwater dat op de locatie valt wordt opgevangen en gezuiverd in de waterzuivering op de locatie. Het schone water mag volgens vergunning worden geloosd op het oppervlakte water. De ringsloot om de locatie ziet er soms wat vies uit. Dit wordt veroorzaakt doordat de sloot heel ondiep is, met stilstaand water waarin bacterien kunnen ontstaan die voor rottingsgeur zorgen. Eerder is met het Flevo-Landschap de optie besproken om de sloot te baggeren, maar dat zou nadelig zijn voor de natuurwaarden. De buis die aan de buitenkant van de stortplaats water in de ringsloot loost, is het overtollig water van ons regenwaterbassin dat (na keuring) in de ringsloot geloosd mag worden. Omdat deze buis bij omwonenden vragen oproept, is hier een toelichtend bordje bij geplaatst.
Ja, de ophoging van Zeeasterweg van 15 naar circa 35 meter is de finale uitbreiding. Daarna wordt de locatie opnieuw ingericht tot een openbaar terrein voor recreatie, natuur en/of duurzame energie. Tijdens gebruik van de locatie vragen we iets van de omgeving, maar na sluiting geven we iets moois terug aan Lelystad. Een landschap dat “ingekleurd” kan worden door de omgeving.
De ophoging van de Zeeasterweg tot op sommige plaatsen circa 35 meter hoogte is eenmalig en finaal. Daarna is – noch in de hoogte, noch qua oppervlak – geen uitbreiding meer mogelijk. Op dit moment is in Nederland wettelijk vastgelegd dat de oppervlakte van de stortlocaties in Nederland ongewijzigd blijft. Een nieuwe locatie openen is ook niet toegestaan.
Nadat de heuvels volgestort zijn, wordt er samen met de omwonenden en andere betrokkenen een nieuw landschap gemaakt dat publiek toegankelijk is. Afvalzorg wil haar locaties (en Zeeasterweg) zo nuttig en duurzaam mogelijk benutten. Samen met omwonenden zoeken we naar een nieuwe bestemming met zo veel mogelijk waarde voor de maatschappij. Denk aan natuur, recreatie, maar ook duurzame energie om een bijdrage te leveren aan de energiearmoede. De heuvels in het vlakke Flevoland bieden veel mogelijkheden. Afvalzorg wil hier niet mee wachten totdat de gehele locatie is volgestort, maar ziet mogelijkheden om (wanneer de eerste stortheuvels hun maximale hoogte hebben) hier al tijdens exploitatie mee te beginnen. Voor de gefaseerde herinrichting stelt Afvalzorg een landschapsplan op. Dit maakt onderdeel uit van het participatieproces.
Voor de uitbreiding moeten planologische procedures doorlopen worden, waaronder het aanvragen van een omgevingsvergunning bij de Provincie. Ook moet het omgevingsplan worden gewijzigd door de gemeente Lelystad. Onderdeel hiervan is participatie en communicatie met de omgeving. Naast deze formele verplichting, hechten wij veel waarde aan een transparant gesprek. Afvalzorg wil niet alleen contacten leggen tijdens de procedures, maar ook op lange termijn in gesprek blijven. Daarom organiseerden wij de afgelopen jaren ook meerdere open dagen en rondleidingen. Op deze manier kunnen we onze bedrijfsvoering toelichten. Ook kunnen we zo inventariseren welke vragen en zorgen er zijn en hoe we hier zo goed mogelijk mee om kunnen gaan. Daarnaast zijn we benieuwd naar uw ideeën en wensen voor de toekomstige bestemming van de locatie na sluiting.
Naast dat Afvalzorg in gesprek wil blijven over de periode dat de afvalverwerkingslocatie geopend is, kunnen betrokkenen nu ook al meedenken over de herinrichting van de locatie na sluiting. Graag overleggen we met geïnteresseerden een mooie, duurzame, maatschappelijke bestemming voor Zeeasterweg na sluiting. De sluiting vindt plaats in fases. Daarom zal het ook op kortere termijn al mogelijk zijn om mee te denken over de invulling van delen van de locatie.
Voor de uitbreiding van de locatie Zeeasterweg heeft Afvalzorg een omgevingsvergunning van de provincie nodig. Ook moet het omgevingsplan worden gewijzigd door de gemeente Lelystad. Ruim voor deze procedures is Afvalzorg in gesprek gegaan met betrokkenen. Voor het aanvragen en verlenen van een omgevingsvergunning voor uitbreiding van de locatie Zeeasterweg bestaan formele procedures. Onderdeel van deze procedures is de mogelijkheid om als individu of als partij kenbaar te maken tegen uitbreiding te zijn. Wij zullen alle betrokkenen vooraf en proactief informeren over deze mogelijkheden. In het najaar van 2024 wordt de NRD ingediend. Volgens planning wordt vóór de zomer van 2025 de vrijwillige MER ingediend gevolgd door de vergunningaanvraag voor de zomer van 2025.
Binnen haar educatiebeleid wil Afvalzorg bouwen aan een duurzame toekomst. De educatie van kinderen en jongeren op het gebied van duurzaamheid, circulariteit en recycling/verwerking van afval én de herinrichting van voormalige stortplaatsen maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. Sinds een aantal jaar ontwikkelt Afvalzorg een actief educatieprogramma in Flevoland. Tijdens de omgevingsparticipatie over de ophoging van Zeeasterweg, werd het belang van het betrekken van jongeren bij het toekomstig gebruik van de locatie benadrukt. Afvalzorg neemt dit mee in haar educatieplan.
Nee, de activiteiten blijven gelijk en dus het aantal verkeersbewegingen ook. De locatie blijft alleen langer open. Naar aanleiding van de participatiebijeenkomsten heeft Afvalzorg een extra pakket aan maatregelen geïnitieerd en een verkeersplan opgesteld. Er worden verkeerstellingen gedaan en er zijn afspraken gemaakt over alternatieve rijroutes. Op onze locaties worden flyers uitgedeeld om de chauffeurs te wijzen op de gewenste routes.
Natuurlijk gaat storten en recycling van afval soms gepaard met groot materieel en veel bedrijvigheid. We kunnen onszelf onmogelijk onzichtbaar maken. Preventief probeert Afvalzorg overlast zoveel mogelijk te voorkomen. Door bijvoorbeeld in gesprek te gaan met onze transporteurs en klanten over de gewenste aanrijroute. En onze emissies zoals geur en stof nauwkeurig te meten en monitoren. Maar soms ervaren omwonenden toch overlast: bijvoorbeeld geur, geluid, verkeersbewegingen, luchtkwaliteit en afvalwater. Wanneer dit het geval is gaan wij, samen met omwonenden en andere betrokkenen in gesprek en op zoek naar oplossingen.
Ervaart u overlast? Stuur dan een mail naar klacht@afvalzorg.nl of bel het hoofdkantoor 088 – 801 08 01.